Algarve West 2

19 april 2014 - Albufeira, Portugal

In Monchique aangekomen, begonnen we aan de klim naar het hoogste punt (902m). Er was ons een fabelachtig uitzicht beloofd. We reden door eucalyptus bosjes zigzaggend naar boven. Ohhh wat rook het daar lekker en ohhhh wat werd het mistig, we zaten inmiddels in de wolken en zagen geen hand meer voor ogen. Een medebus passagier sprak de hilarische woorden: “We krijgen geen uitzicht te zien”. 

Boven aangekomen en buiten de bus, was het NIET te harden, het was verschrikkelijk koud en stormachtig. We werden snel een enorme schuur binnengeloodst en kregen er een drankproeverij, nou, die hadden we wel nodig. Wij proefden er amandellikeur (lekker) en medronho; een jenever van de vruchten van de aardbeiboom die daar groeit, maar liefst 42% alcohol in it en ik vond het niet lekker. De bedoeling was natuurlijk om die hele boel te verkopen, maar wij zijn meer van de wijn, die hier echt goed is en spotgoedkoop! Om uit het gebeuren te komen, moest je langs allerlei handwerk, azulejos en heel veel producten van kurk. Ongelofelijk wat je allemaal van kurk kan maken. Wij hebben weer niets afgenomen, we wilden de bus in en lekker even nabibberen. De terugtocht was ronduit eng, als we 1 meter zicht hadden, dan schat ik het nog ruim en dan op die zigzagweg, gelukkig zag ik niet veel, ha ha. Wel genoot ik weer van flarden eucalyptus en had visioenen van een warme sauna, heerlijk. Uiteindelijk braken we door de wolken en reden Monchique weer binnen, hadden nog een tweederangs uitzichtstop en bewonderden er ook de beroemde kunstig nagemaakte houten Romeinse stoelen. Die stoelen zijn echt mooi! 

En toen was het tijd voor Sherry, een Amerikaanse, getrouwd met een heuse Portugees en in het bezit van een typical restaurant. Onze hostess had onze bestelling al doorgebeld (de keuze was ; kip piri piri, kotelet piri piri of Heek, een soort kabeljauw). We werden allerhartelijkst ontvangen door Sherry, een typische oudere Amerikaanse met rose broek en dito schortje (een soort Lucille Ball). Ze was echter super hyper, maar regeerde de toko met verve. We werden naar de tafels gebracht, de ‘gristelijke’ groep kreeg een eigen tafel en de zgn. ‘lossen’ mochten zelf zien met wie ze aan tafel gingen. Wij kozen voor een leuk stel Engelsen en dito Nederlanders. 

Als voorgerecht kregen we warm, zelfgebakken brood met presunto (een superlekkere rauwe ham), ik daarna de kip p.p. en Maurice de kotelet p.p. en als toetje kregen we een heerlijke pudding met citroensaus. Om het geheel nog feestelijker te maken, stonden er volop flessen water en wijn op tafel en als afsluiter kregen we een medronho (oftewel vuurwater) en….de rekening van €13,- pp. 

We hebben genoten, het was erg lekker en gezellig en… ik weet nu dat onze Engelse tafelgenote, nooit kookt en altijd 2 verschillende sokken aan heeft. Ik weet nu ook dat Sherry een geadopteerde Indiase kleinzoon heeft en nog veel meer en…..ik heb er weer 2 facebook vrienden bij! Het was een bijzondere happening daar bij Sherry. 

Flink onder invloed togen we naar Lagos, menig grijze bol was even van de wereld. Lagos is echt een heel leuk gezellig stadje met voor ons als hoogtepunt de St. Antoniuskerk. Eigenlijk ben ik niet meer zo voor kerken, mij wederom te besmet, maar deze is wel heel bijzonder, alles van hout en bladgoud. Jammer genoeg mocht er niet gefotografeerd worden. Dus jullie zullen er zelf heen moeten. Wat mij verbaasde was dat de Portugezen, St. Antonius als de hunne beschouwen en op mijn opmerking dat ie toch eigenlijk van Padua was, werd bozig gereageerd, hij is van hen! 

We hebben ook de slavenmarkt bezocht, weer besmet dus, rillingen kreeg ik ervan en uiteraard het standbeeld van Hendrik de Zeevaarder bekeken. Dit intelligente sujet, een broer van de toenmalige koning, had een grote groep knappe koppen om zich heen verzameld en regelde de ontdekkingsreizen en gaf bevel om de ontdekte landen toe te eigenen en hun spullen Portugal in te voeren, de boef, hij spekte de schatkist behoorlijk. Zelf was ie een lafaard, hij voer maar een paar maal zelf uit en alleen naar Afrika. 

Na Lagos reden we naar Sagres, leuk stadje, een walhalla voor surfers, gelukkig daardoor een vetpot voor Portugal en……men zegt het zuidelijkste punt van Europa, maar…… Spanje heeft ook zo’n plek. Maar…het is een prachtplek met die hoge rotsen en het Atlantische zee geweld. 

Tja……en toen was het tijd voor Cabo de Sao Vicente (het uiterste zuidwestelijkste puntje van het Europese vasteland, het einde van de wereld. Er is daar geen heuvel te zien, alles is plat en beschermd en dan opeens zien je de witte vuurtoren (1846, nog steeds werkend) en stap je uit de bus en……….. wordt je meteen omver geblazen. Wat een geweld, wat een natuur, wat voel je je nietig daar. En koud…………….brrrrrr, maar het was een ervaring die ik niet had willen missen, hier stond Hendrik de zeevaarder met zijn groep en stuurde de boten door dit geweld op zoek naar nieuw land en goed. De Romeinen noemden deze plek ‘Promontorium Sacrum’ (heilig voorgebergte) waar de goden leefden. MAGISTRAAL, ik ben er geweest en het was goed zo. 

 

 

Foto’s